Stichting Beheer Aanlegsteigers Kogerveld

Afmeren en wegvaren

In de zomer is het ideaal om er een dagje uit te gaan met de boot. Ook als je zelf niet in het bezit bent van een boot is het makkelijk om er een te huren. Het is wel belangrijk om te weten hoe je moet wegvaren en hoe je kunt afmeren. Deze instructievideo zul je leren waar je allemaal aan moet denken bij het afmeren en wegvaren met de boot. Hierbij zijn een aantal regels van belang. Om deze instructies nog eens na te lezen, lees dan de handleiding hieronder. Veel vaarplezier!


1. Afgemeerd schip
Een goed afgemeerd schip ligt op vier lijnen: een voortros, een voorspring, de achterspring en de achtertros. Er moeten voldoende stootwillen tussen de wal en steiger zitten, zodat het niet kan beschadigen. Afhankelijk van de wal waar de boot ligt, moet je de stootwillen op een bepaalde hoogte hangen.

2. Mastworp maken
Je maakt de stootwillen aan de reling van het schip vast met behulp van een mastworp. Haal de lijn van de stootwil over de reling, trek hem eronderdoor, haal hem over de lijn die aan de stootwil zit en trek hem vervolgens weer onder zichzelf door.

3. De lijn vastmaken
De lus van de lijn ligt altijd op het schip. Haal de lus om de kikker heen en trek hem aan. Breng het losse eind over de wal en weer terug naar het schip. Op deze manier hoef je niet van het schip af als je weg gaat varen.

4. De lijn aan wal werpen
Pak een lang stuk touw en splits dit in twee delen. Je houdt de twee delen vast, ieder deel in een hand. Gooi het touw over de wal richting de kikker en trek het touw aan.

5. Wegvaren
Voor het wegvaren is het belangrijk om rekening te houden met de wind, voor zeilers is dit normaal. Bij een motorboot is het handig om een vlaggetje op te hangen, zodat je kunt zien waar de wind vandaan komt. Er zijn vier situaties hoe de wind kan staan: de wind staat van de wal (dit noemen we hogerwal), de wind staat van voren, de wind staat van achter of de wind staat op de wal (dit noemen we lagerwal). Bij wind van voren zetten je eerst de voortros vast. Bij wind van achteren zet je eerst de achtertros vast. Bij wind op de wal kun je de boot gewoon tegen de wal laten varen, let hierbij op de stootwillen. En bij wind van de wal moet je de voorspring gebruiken om kracht te zetten. Vaar naar de wal, zet de voorspring van de boot vast en vaar dan rustig vooruit met het roer naar buiten gedraaid tegen de wal.

TIP!
Als je een box in gaat varen en er staat veel wind, dan kun je ook de voorspring gebruiken. Zet deze vast aan de eerste paal en draai de boot de box in.

Terug